Werknemer is de sjaak!

In Nederland wordt vaak gezegd dat een werknemer arbeidsrechtelijk enorm goed wordt beschermd en dat je als werkgever vaak aan het kortste eind trekt. 

Werknemer is de sjaak!

Blog van AVN

19 dec 2024

Hoewel wij deze gedachte enigszins kunnen plaatsen – werknemers worden nu eenmaal goed beschermd – is het zo dat als je het als werkgever goed geregeld hebt, de werkgever toch als winnaar uit de bus kan komen. Een recente beschikking van de kantonrechter bij de Rechtbank Rotterdam bevestigt dit. 

Wat was er aan de hand?

Een werknemer had met zijn werkgever een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd afgesloten met als einddatum 30 juni 2024. In de arbeidsovereenkomst was geen bepaling opgenomen op grond waarvan de arbeidsovereenkomst tussentijds kon worden opgezegd. De werknemer heeft op enig moment zijn arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 28 februari 2024. De werkgever was van mening dat de werknemer in strijd handelde met de arbeidsovereenkomst. Er was immers een einddatum afgesproken van 30 juni 2024 en er was geen sprake van een tussentijdse opzegmogelijkheid. De werkgever vorderde in de procedure (onder meer) betaling van de vergoeding in verband met onregelmatige opzegging van de werknemer (lees: een “schadevergoeding”).

In de procedure stelde de werknemer dat hij de vergoeding niet verschuldigd was omdat de werkgever zou hebben ingestemd met zijn opzegging. Werknemer verwees in dit kader onder meer naar een e-mail die zijn werkgever had verstuurd waarin de opzegging door werknemer intern werd gecommuniceerd. Ook verwees de werknemer naar het feit dat werkgever al op 19 februari 2024 een vervanger had gevonden voor werknemer en dat hij zijn werk aan de vervanger had overgedragen. Naar de mening van de werknemer mocht hij op basis hiervan aannemen dat zijn opzegging akkoord was.

De kantonrechter oordeelt dat tussen partijen geen discussie bestaat over het feit dat werknemer de arbeidsovereenkomst tussentijds heeft beëindigd, terwijl dit op grond van de arbeidsovereenkomst niet was toegestaan. Op grond van het bepaalde in artikel 7:677 lid 4 BW 1 is werknemer daarom een vergoeding verschuldigd aan de werkgever. Deze vergoeding bedraagt in principe het loon over de tijd dat de arbeidsovereenkomst nog zou hebben geduurd, als deze van rechtswege was geëindigd. Dat is dus een bedrag ter hoogte van het loon over de periode van 1 maart 2024 tot en met 30 juni 2024. Met het versturen van de interne mail en het aanstellen van een vervanger heeft de werkgever de stappen gezet naar aanleiding van de opzegging van de werknemer, maar dit is (natuurlijk) iets anders dan instemmen met de opzegging. Het beroep van de werknemer dat toekenning van de vergoeding in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid slaagt niet. Wel matigt de rechter de vergoeding van 4 maandsalarissen naar 3 maandsalarissen. De werknemer moet de werkgever een bedrag van Euro 22.680,-- betalen.

Conclusie

Ondanks dat werknemers arbeidsrechtelijk goed worden beschermd, trekken werkgevers zeker niet altijd aan het kortste eind. Goede duidelijke afspraken in de arbeidsovereenkomst, personeelsgids etc. en/of het realiseren van een goed dossier maakt het verschil. Even sparren hoe dit nu precies in de praktijk moet? Neem contact met ons op, de koffie staat klaar!

Blog van AVN

19 dec 2024

© 2025 Advocaten van Nu